|
|
|
|
Column Gijsbert van Lomwel
|
Niet op de kaart? |
Als we het over mensen met een arbeidsbeperking hebben, over wie hebben we het dan eigenlijk? Die vraag kwam naar voren bij een gesprek over onze zojuist verschenen Monitor Arbeidsparticipatie 2016.
Dit is een belangrijke vraag, omdat de laatste tijd alle ogen vooral zijn gericht op de banenafspraak. Wat makkelijk over het hoofd wordt gezien, is dat niet alle mensen met een arbeidsbeperking onder de banenafspraak vallen. De banenafspraak is bedoeld voor de meest kwetsbare mensen, zoals mensen uit de Participatiewet die geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen, mensen met een Wsw-indicatie en Wajongers met arbeidsvermogen. Zij komen in het doelgroepregister en tellen mee voor de banenafspraak als ze aan het werk zijn.
Meer mensen aan het werk
Mensen met een WGA-uitkering of mensen die hiervoor zijn afgewezen omdat ze ondanks hun beperking nog minimaal 65% van hun oude loon kunnen verdienen, de zogeheten WIA 35-minners, tellen in de regel niet mee. Maar ook deze mensen hebben een arbeidsbeperking. En ook voor deze mensen is arbeidsparticipatie niet vanzelfsprekend. De UWV Monitor Arbeidsparticipatie volgt de ontwikkelingen in de arbeidsparticipatie van deze groep mensen.Het goede nieuws in de editie van 2016 is dat in 2015, voor het eerst sinds 2008, meer mensen uit deze groep aan het werk waren dan in het jaar ervoor. Er werkten ruim 56.000 mensen (43% van het totaal), circa 2.000 meer dan in 2014. Om dit in perspectief te plaatsen: van de Nederlandse beroepsbevolking was ruim 74% aan het werk in 2015 en van de groep laagopgeleiden tussen 15 en 65 jaar 57%.
Vangnetters
Deze positieve ontwikkeling doet zich vooral voor bij mensen die afkomstig zijn uit het zogenaamde vangnet van de Ziektewet. Dit zijn mensen die niet hebben kunnen re-integreren bij hun oude werkgever, omdat zij geen dienstverband meer hadden bij die werkgever. Dat hun arbeidsparticipatie is gestegen, is extra goed nieuws, omdat de groep vangnetters het moeilijk heeft op de arbeidsmarkt. Hun arbeidsparticipatie is met circa 27% namelijk aanmerkelijk lager dan het gemiddelde van 43%. Ook blijkt circa de helft van deze mensen vijf jaar na de WIA-beoordeling niet aan het werk te zijn geweest. Een opvallend resultaat, omdat van gedeeltelijk WGA’ers en WIA 35-minners wordt verwacht dat ze een deel van hun inkomen nog zelf kunnen verdienen. Wat bij de groep vangnetters een belangrijke rol speelt, is dat ze op het moment van de WIA-beoordeling geen werkgever meer hebben die verantwoordelijk is voor hun re-integratie. Ze moeten dus op zoek naar een nieuwe werkgever. Daarnaast toont eerder onderzoek aan dat deze groep kenmerken heeft die ze extra kwetsbaar maakt op de arbeidsmarkt: ze zijn relatief oud, hebben een laag opleidingsniveau en hebben vaak te maken met psychosociale problemen.
Op de kaart houden
We moeten ervoor zorgen dat gedeeltelijk WGA’ers en WIA 35-minners niet buiten de boot vallen bij alle inspanningen die worden gedaan om de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking te vergroten. Er is meer dan alleen het doelgroepregister. Velen van u zullen zich het tv-programma Lingo nog herinneren: laten we voorkomen dat deze groep wordt als de getrokken bal met het verkeerde nummer: ‘Staatniet op de kaart’. De UWV Monitor Arbeidsparticipatie houdt hen op de kaart door hun arbeidsparticipatie te blijven volgen.
Gijsbert van Lomwel, februari 2017
|
Gijsbert van Lomwel
Hoofd Kenniscentrum UWV
Twitter: @GvLomwel |
Terug naar de volledige UWV Kennisnieuwsbrief februari 2017 >> |
|
|
|
|
|
|
|